In de vee-industrie hebben de dieren een allesbehalve prettig leven. Ze leven in overvolle, kleine en kale stallen en er wordt geen rekening gehouden met hun natuurlijke behoeften.
De Europese Unie (EU) erkent dat landbouwdieren wezens met gevoel zijn, in staat om pijn, angst en plezier te ervaren. Maar ondanks deze erkenning worden miljarden landbouwdieren in de vee-industrie mishandeld. De prioriteit ligt daar bij de productie van zoveel mogelijk vlees, melk en eieren: zo snel en zo goedkoop mogelijk.
In een traditionele legbatterij is per kip een oppervlakte beschikbaar, die kleiner is dan een vel A4 papier.
Ruimte is een luxe
Om ruimte te besparen, worden de landbouwdieren in de vee-industrie dicht op elkaar gestopt in kale stallen en kooien. Hierdoor kunnen de dieren zich nauwelijks natuurlijk gedragen.
Verminken van de dieren
Uit verveling, frustratie of stress gaan de dieren elkaar vaak verwonden. Om dit tegen te gaan past men niet de slechte levensomstandigheden aan, maar worden dieren stelselmatig verminkt. Zo worden de tanden ingekort, staarten afgeknipt en snavels bijgeknipt. Dit gebeurt meestal zonder verdoving.
Bij meer dan 90% van de Europese varkens wordt de staart afgeknipt, ondanks dat het standaard uitvoeren hiervan illegaal is.
Lichamelijke problemen
De vee-industrie vraagt veel van de dieren. Ze moeten snel groeien en veel melk en eieren produceren. Om de productie te verhogen worden ze selectief gefokt en krijgen ze geconcentreerd voedsel. Hierdoor hebben ze meer kans op allerlei lichamelijke problemen, zoals mankheid, zwakke of gebroken botten, infecties en uitval van de organen. In sommige landen worden antibiotica en andere groeimiddelen gebruikt om een nog hogere productie te stimuleren.
Vleeskippen in de vee-industrie groeien zo snel dat 25% lijdt aan pijnlijke mankheid.