De vee-industrie bedreigt onze natuur: dieren- en plantensoorten worden met uitsterven bedreigd.
Overal in de wereld sterven dieren- en plantensoorten uit. Dit gaat veel sneller dan in voorgaande jaren. De vee-industrie is één van de factoren die deze crisis veroorzaken. We moeten onze ecosystemen in stand houden, want ze voorzien ons van voedsel, water en lucht.
Dieren slaan op de vlucht
De vee-industrie produceert veel vervuilende stoffen, zoals stikstof en fosfor. Deze stoffen vormen een grote bedreiging voor natuurlijke leefomgevingen. Dieren en planten in deze leefomgeving vluchten of gaan dood. Zo ontstaan zogenoemde 'dead zones', waar bijna geen enkele plant- of diersoort kan overleven. In 2008 waren in totaal 168 gebieden in de zee geïdentificeerd als 'dead zones', in 1995 waren dit er nog 'maar' 44. Steeds meer leefomgevingen worden onbewoonbaar voor dieren en planten.
Minder ruimte voor dieren en planten
Omdat landbouwdieren veel voer verbruiken, hebben we ook veel land nodig om gewassen voor het veevoer te verbouwen. Maar liefst één derde van het akkerland op aarde wordt daarvoor gebruikt. De ruimte hiervoor is schaars. Helaas worden grote stukken land, zoals weilanden en bossen, in Latijns-Amerika en Afrika vernield, om het als akkerland te kunnen gebruiken. Tussen 1980 en 2000 werd een gebied in ontwikkelingslanden, dat 160 keer zo groot is als Nederland, vrijgemaakt voor nieuw akkerland. 10 procent van dit gebied was tropisch regenwoud. Wetenschappers ontdekten dat de intensieve veehouderij de drijvende kracht hier achter was, niet de kleinschalige veehouderij. Het vervangen van natuurlijke begroeiing door akkerland is de oorzaak van het verdwijnen van een grote variëteit aan planten en dieren.
Als de uitbreiding van akkerland in het Amazonegebied op dezelfde voet verder gaat als nu, is er in 2050 nog maar 60% van dit kwetsbare regenwoud over.