Bron: 'Boerderij.nl' - 25 maart 2010
In 2006 verscheen een internationaal rapport waarin de vee-industrie medeverantwoordelijk werd gehouden voor de milieuproblemen. Daarnaast speelt deze sector ook een rol in de voedselcrisis, die momenteel door de landelijke politieke partijen dreigt vergeten te worden.
De politieke crisis in ons land is een feit. Op 9 juni zijn de landelijke verkiezingen en de partijen werken hard en in een razend tempo om hun verkiezingsprogramma’s klaar te krijgen. Alle ogen zijn gericht op hun 'oplossingen' voor de economische en financiële crisis in ons land. Daardoor, en door de korte schrijftijd, dreigen enkele andere, minstens zo belangrijke crises uit beeld te raken: de wereldwijde klimaatcrisis, de voedselcrisis en de rol die de vee-industrie daarbij speelt. Sinds de vorige Tweede Kamerverkiezingen in november 2006 is er wel het een en ander gebeurd dat een grondige herbezinning op de veehouderij rechtvaardigt.
Wereldwijd is er veel aandacht voor het FAO/Verenigde Naties-rapport 'Livestocks long shadow' dat kort na de verkiezingen van 2006 verscheen. Dit rapport plaatst de vee-industrie in de top drie van sectoren die lokaal en mondiaal verantwoordelijk zijn voor de ernstigste milieuproblemen.
Het meest bekend is wel de conclusie dat de vee-industrie voor 18% bijdraagt aan de uitstoot van broeikasgassen, maar het rapport benoemt ook de schadelijke gevolgen voor de bruikbaarheid van land, de vervuiling van lucht en water, de ontbossing, en het toenemende tekort aan water. De toenemende vraag naar vlees, als gevolg van de groei van de wereldbevolking en de stijgende welvaart in Azië, maken deze problematiek alleen maar dringender.
In eigen land waren er ook weer de nodige schandalen over de vee-industrie: de komst van megastallen, de verre veetransporten, de krappe hokken en de pijnlijke lichamelijke ingrepen zorgen voortdurend voor verontwaardiging bij het publiek. Dat geldt zeker óók voor de massale slachting van onschuldige geiten, na de uitbraak van alweer een dierziekte die de gezondheid van mensen bedreigt.
De publieke verontwaardiging én de nieuwste inzichten over de rol van de vee-industrie in de wereld vragen om een nieuwe koers voor de veehouderij in Nederland. Ik hoop dat de partijen in hun programma’s niet zwichten voor de economische belangen van een industrie die op korte termijn geldelijk gewin oplevert, maar die op langere termijn een bedreiging vormt voor de leefbaarheid van de aarde en de wereldvoedselvoorziening.
In plaats daarvan zouden alle politieke partijen moeten kiezen voor een schone, duurzame en diervriendelijke veehouderij in ons land, die produceert voor afzet in de eigen Europese regio en die niet ten koste gaat van de beschikbare landbouwgrond en onvervangbare natuur in andere werelddelen.
Zo’n keuze vraagt om concrete maatregelen in eigen land, bijvoorbeeld een vermindering van de vleesconsumptie en het invoeren van financiële prikkels daartoe. Ze vraagt óók om een actieve opstelling van Nederland in de Europese Unie en de internationale organisaties waarvan ons land deel uitmaakt.
Ik hoop dat alle politieke partijen de moed hebben in woord en daad te kiezen voor zo’n nieuwe koers voor de veehouderij. De tijd dringt, in meer dan één opzicht.
Geert Laugs - directeur Compassion in World Farming Nederland