21-1-2013
BLOG: Philip Lymbery - 21 januari 2013
Wereldwijd komt de helft van de vissen die we eten uit viskwekerijen. Dit is één van de vele verassende feiten die boven water kwamen tijdens een bijeenkomst in Londen, die bezocht werd door sleutelfiguren uit de Londense horeca om de duurzaamheid van vis te bespreken. Dit is een belangrijk onderwerp; de hoeveelheid wilde vis op de wereld neemt drastisch af. Volgens de FAO, de wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties, zijn 200 miljoen mensen voor hun inkomen afhankelijk van de visvangst. De afname van wilde vis kan dus een grote impact hebben op onze maatschappij én ecosystemen.
‘Er is nog genoeg vis in de zee’ is een oude uitspraak die snel achterhaald dreigt te worden. Sommige vestigen alle hoop op kweekvissen om alsnog vis op het bord te krijgen.
Volgens een spreker tijdens de bijeenkomst is de industriële viskwekerij de snelst groeiende tak van de vee-industrie. Of kweekvis een duurzame vervanging is voor de geplunderde zeeën, is zeer discutabel.
We kunnen discussiëren over de duurzaamheid van kleinschalige viskwekerijen, zoals het kweken van karper of tilapia. Maar de toenemende trend zalm en forel te voeden met industrieel mengvoer is van een heel ander kaliber. Bijna 30% van de vis die uit zee gehaald wordt belandt niet in de mond van de mens. Deze vissen worden namelijk gevoerd aan kweekvissen en landbouwdieren. Met als gevolg: competitie om voedsel tussen kweekvissen en mensen. Er is vijf kilo wilde vis nodig om één kilo gekweekte zalm te produceren. Zonder de vraag van de viskwekerijen (waar wilde vissen gevoerd worden aan kweekvissen) zou de vangst van wilde vissen gereduceerd kunnen worden met één vijfde.
Het voer dat aan de kweekvissen gegeven wordt, is voornamelijk gemaakt van kleine diepzeevissen. Het gaat hier om de ‘Anchoveta’ (familie van de ansjovis), die leeft in de Stille Zuidzee en andere vergelijkbare vissen zoals de haring, makreel, ansjovis, etc.. Vaak wordt gedacht dat deze kleine vissen niet geschikt zijn voor consumptie door de mens. Maar naar schatting wordt 50% van de genoemde vissen gebruikt in visproducten in meer dan 36 landen in onder andere Afrika en Azië.
Er zijn ernstige dierenwelzijnsproblemen bij vissen. Ze worden vaak met duizenden tegelijk in overvolle zee-kooien of in bassins op land gepropt.
De industriële productie van kweekvis heeft, net zoals de vee-industrie, negatieve gevolgen voor het milieu, de mens en de dieren. Voordat we hier dieper op ingaan, moeten we eerst kritisch naar de situatie kijken en er zeker van zijn dat de betrokken bedrijven duurzaam en diervriendelijk zijn.
Philip Lymbery - CEO Compassion in World Farming