25-2-2013
BLOG: Geert Laugs - 25 februari 2013
Vandaag presenteren de Nederlandse supermarkten een plan om de kippen in ons land een aangenamer leven te bezorgen. Dat is dapper, zeker in een markt waarin moordende concurrentie de norm is. Toch is het jammer dat de supermarkten niet meteen stevig doorpakken. Anders dan beloofd nemen ze de eisen van het Beter Leven Kenmerk met 1 ster niet over. De kippen krijgen wél een tikkeltje meer ruimte, maar blijven altijd binnen. En het langzamer groeiende ras komt er pas na 2015.
De conclusie dat de plofkip uit Nederland verdwijnt is dan ook voorbarig. Veel Nederlandse kippenboeren willen graag goedkope kip blijven leveren aan het buitenland en daarom zullen zeker niet alle vleeskuikenhouders de nieuwe normen overnemen. Zolang ze zich aan de minimale Europese regels houden let niets hen te blijven werken zoals ze nu doen. Dat betekent: kippen die met z’n twintigen op een vierkante meter leven, in de stank van hun eigen uitwerpselen staan, snel groeien en een grote kans hebben op hartfalen: plofkippen, met andere woorden.
In tegenstelling tot Nederland is de plofkip, als een van de ergste uitwassen van de vee-industrie, wereldwijd aan een opmars bezig. In de Oekraïne bijvoorbeeld, wordt, met internationale financiële steun, gebouwd aan een gigantische vleeskuikenfabriek, waar jaarlijks 111 miljoen kuikens geproduceerd zullen worden. Deze gigastal alleen levert al meer dan 20% van de hele Nederlandse jaarproductie.
Minstens zo erg is dat de groeiende vleeskippenindustrie buiten de EU zich niet aan de Europese regels hoeven te houden. Hoe minimaal die regels ook zijn: ze bieden de dieren wel énige bescherming tegen de ergste uitbuiting. Zo is er een Nederlands (!) bedrijf dat zich er niet voor schaamt kooien, die vergelijkbaar zijn met de beruchte legbatterij, te maken en te leveren aan iedereen die ervoor betaalt. In de EU zijn deze kooien, die in lagen boven elkaar staan, niet toegestaan, omdat de dieren geen strooisel krijgen. In de Arabische wereld en in Rusland vinden ze echter gretig aftrek.
Hoe goed we in Nederland ook ons best doen om paal en perk te stellen aan de ergste praktijken van de vee-industrie, wereldwijd is de grootschalige, industriële veehouderij in opmars. Dat is een ramp voor steeds meer dieren, maar ook voor mensen en de aarde. Niet alleen vanwege de uitstoot van broeikasgassen door de veehouderij, maar ook door de enorme verspilling van grondstoffen die beter gebruikt kunnen worden om rechtstreeks mensen te voeden.
Dat de Nederlandse supermarkten nu normen willen voor diervriendelijkere en duurzamere kip is een welkome stap in de goede richting. Maar er is méér nodig om wereldwijd te komen tot een veehouderij die dieren behandelt met compassie en respect, en die een bijdrage levert aan gezond en betaalbaar voedsel voor iedereen.
Geert Laugs - Directeur Compassion in World Farming Nederland