3-12-2014
BLOG: Geert Laugs - 3 december 2014
Deze week is in de uitwerpselen van twee wilde smienten in ons land het zeer besmettelijke vogelgriepvirus H5N8 aangetroffen. Veel mensen zien hierin het 'bewijs' dat deze ziekte, die al het leven kostte aan bijna 350.000 dieren, vanuit Azië door trekvogels in de Nederlandse pluimvee-industrie zou zijn binnengebracht. Maar is dat wel terecht?
Tussen alle speculaties door wijzen experts er op dat de vondst van het virus in vogelpoep alleen maar bewijst dat het virus in Nederland bij in het wild levende smienten voorkomt. Ze zegt niets over de plaats en de wijze waarop de smienten het virus opliepen. De uitwerpselen met het virus werden niet ver van een van de besmette bedrijven gevonden. Het is daarom niet gek te veronderstellen dat het virus juist vanuit een besmet bedrijf in de natuur terecht gekomen is. Zelfs intensieve pluimveebedrijven zijn geen hermetisch gesloten systemen waar niets in, en niets uit, kan. De afvoer, en zelfs het uitrijden van kippenmest, is slechts een voorbeeld hiervan.
Intensieve kippenhouderij
Intensieve kippenhouderijen bieden daarentegen wél een ideale omgeving waarin een besmettelijk virus zich razendsnel kan verspreiden en tienduizenden slachtoffers kan maken, door de geringere weerstand van de dieren die altijd binnen zitten en die gefokt zijn om snel te groeien of veel eieren te leggen. Bovendien kan zelfs een ongevaarlijk virus zich onder deze omstandigheden ontwikkelen tot een gevaarlijke, hoogpathogene variant die ook voor mensen besmettelijk is. Bij de enorme uitbraak van vogelgriep in ons land in 2003 was dit waarschijnlijk het geval.
H5N1 virus
Enkele jaren geleden baarde een ander vogelgriepvirus opzien. In Azië besmette het beruchte H5N1 virus heel veel dieren én mensen. Inmiddels zijn al bijna 400 mensen aan de ziekte overleden. Het H5N1 virus werd eerst gezien in Azië. Net als nu het geval is met H5N8 werden ook bedrijven in West-Europa besmet en net als nu wezen velen naar trekvogels als de schuldigen voor de verspreiding. Analyse en onderzoek achteraf wees echter uit dat het virus zich veel meer langs spoorwegen en wegen verspreid had en niet of nauwelijks langs de bekende routes van trekvogels. Ook nu blijft het gissen hoe smienten die niet in Azië komen het virus naar Europa gebracht zouden kunnen hebben.
Ware probleem
In plaats van te speculeren over de herkomst van het virus is het beter de aandacht te richten op het ware probleem: de intensieve veehouderij die tienduizenden dieren in één bedrijf of stal opsluit en tientallen bedrijven concentreert in een klein gebied. Zij is niet alleen een enorm risico voor de verspreiding van besmettelijke ziekten, maar ook een snelkookpan waarin dergelijke ziekten gedijen en zich verder ontwikkelen tot mogelijk ook voor mensen gevaarlijke varianten. De oplossing van de huidige crisis moeten we dan ook niet zoeken in het verder intensiveren van de sector of het hermetisch sluiten van de stallen. Als de huidige crisis iets aantoont is het wel dat dit niet werkt.
Geert Laugs - Directeur Compassion in World Farming Nederland