12-9-2017
Dit opinieartikel verscheen op 12 september, in iets verkorte vorm, in ‘Trouw’.
Sinds eind augustus zit de geitenhouderij in Gelderland 'op slot'. In navolging van Brabant besloot het provinciebestuur dat er geen nieuwe geitenbedrijven meer bij mogen komen en dat uitbreiding van bestaande bedrijven niet is toegestaan. Provinciale Staten namen dit besluit uit zorg voor de volksgezondheid, maar er zijn veel meer redenen om paal en perk te stellen aan de ongebreidelde groei van de geitenhouderij.
Gezondheid in gevaar
Velen herinneren zich nog de Q-koorts die eind 2010 in alle hevigheid losbarstte. De epidemie kostte tientallen mensen het leven en maakte honderden mensen langdurig ziek. En zoals dat gaat in de vee-industrie werden ook tienduizenden gezonde geiten afgemaakt om te voorkomen dat de ziekmakende coxiella burnettii bacterie zich verder zou kunnen verspreiden.
Toch is het niet de angst voor Q-koorts die het Gelderse provinciebestuur nu tot haar voortvarende besluit drijft. De aanleiding is een recent onderzoek waarin staat dat omwonenden binnen een straal van 2 kilometer rond een geitenstal meer kans hebben op longontsteking en dat 10% van alle gevallen van longontsteking onder deze groep te wijten is aan de geitenhouderij. Omdat deze oorspronkelijk kleine sector nog steeds explosief groeit wil Gelderland nu geen verdere risico's lopen.
Ongebreidelde groei
De laatste jaren heeft de geitenhouderij in Nederland een grote vlucht genomen. In 2008 waren er in de Nederlandse vee-industrie nog zo'n 170.000 melkgeiten. In april 2017 waren het er al 531.000. Al die dieren leven overigens in steeds grotere stallen. Bedrijven met meer dan 2500 geiten zijn geen uitzondering. Waar varkens- en melkveehouders steeds meer beperkt werden door fosfaatreductieplannen, mestregels en melkquota, kunnen geitenboeren op dit gebied onbeperkt hun gang gaan. Reden dan ook voor veel boeren om over te gaan op geiten.
Geen welzijnsregels
Ook de wettelijke regels voor het welzijn van de geiten schieten te kort, of beter gezegd: ze zijn er niet. Voor de varkenshouderij geeft het 'Besluit Houders van Dieren' (weliswaar ontoereikende) voorschriften over de hokgrootte, de stalinrichting en andere zaken die van belang zijn voor het welzijn van de varkens. Voor geiten meldt het slechts welke ingrepen (zoals onthoornen of het aanbrengen van een nummerplaatje) zijn toegestaan en hoe en onder welke voorwaarden de dieren onverdoofd geslacht mogen worden.
Slecht welzijn
Het is dan ook niet vreemd dat er allerlei welzijnsproblemen zijn. Net zoals andere landbouwdieren staan veel geiten altijd binnen, terwijl weidegang ook voor hen belangrijk is. Net zoals bij melkkoeien, moet een melkgeit elk jaar jongen krijgen om melk te kunnen blijven geven. En net als de stierkalfjes worden zij kort na de geboorte bij hun moeder weggehaald en gaan zij een belabberde toekomst tegemoet. Veel van de 80.000 jonge bokjes die elk jaar in Nederland geboren worden gaan op een ver transport naar Zuid-Europa, waar meer geitenvlees gegeten wordt dan hier. Of de bokjes die in Nederland blijven het beter hebben, is maar de vraag. Begin dit jaar controleerde de NVWA alle 10 Nederlandse bokkenmesterijen en zij constateerde op de helft ervan 'schrijnende' toestanden. Zo blijkt de sterfte hoog, soms zelfs meer 20%. Volgens de NVWA wordt deze veroorzaakt door transportstress, hoge infectiedruk als gevolg van samenvoegen van jonge dieren van verschillende bedrijven en onvoldoende zorg voor de dieren.
Rijksoverheid aan zet
Er is dus alle reden voor een time-out om de ongewenste en ongereguleerde groei van de geitenhouderij een halt toe te roepen en een toekomstige ontwikkeling in goede banen te leiden. Het zal niemand verbazen als na Brabant en Gelderland ook Limburg binnenkort volgt met een stop op de geitenhouderij. Maar waar blijven regering en parlement? Is het niet hun taak de bevolking te beschermen tegen onverantwoorde gezondheidsrisico’s?
Formatie
In elk geval heeft de Rijksoverheid nu de kans én de plicht om te voorkomen dat het met de geitenhouderij dezelfde kant op gaat als met melkvee- en varkensindustrie in ons land, die zo schadelijk zijn voor dieren, natuur en milieu. De partijen die nu onderhandelen in de kabinetsformatie zouden er daarom goed aan doen het regeerakkoord te verrijken met plannen om te komen tot een gezonde, duurzame en diervriendelijkere veehouderij in Nederland, de geitenhouderij voorop.
Geert Laugs - Directeur Compassion in World Farming Nederland