4-4-2019
Blog: Geert Laugs 4 april 2019
Deze week kwamen opnieuw schokkende feiten en beelden uit de vee-industrie naar buiten. RTL nieuws kreeg boven water dat op maar liefst 1265 melkveehouderijen meer dan 1 op de 5 kalfjes binnen twee weken na de geboorte sterft. RTL liet ook zien hoe dat komt. Smerige stallen, te weinig of vervuild voer en zieke dieren, soms zelfs met open wonden, waren te zien op beelden van inspecties door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Bijproduct van de melkveehouderij
Het was niet de eerste keer dat de melkveehouderij in een kwaad daglicht kwam te staan door de slechte behandeling van kalfjes. Die heeft namelijk een lange geschiedenis en ze vindt haar oorsprong in het feit dat mannelijke kalfjes nog steeds vaak gezien worden als een bijproduct dat weinig of geen geld oplevert. Om ervoor te zorgen dat een koe melk geeft worden de pasgeboren kalfjes al heel snel bij de moederkoe weggehaald. Voor mannelijke kalfjes is op de melkveehouderij bovendien geen toekomst. De dieren geven immers geen melk.
Daarom werden mannelijke kalfjes vroeger vaak snel gedood, een praktijk die in sommige buitenlanden nog steeds voorkomt en die ook recent (2016) in Nederland nog voor opschudding zorgde. Toen bleek dat wekelijks zo'n 200 kalfjes die te licht waren om afgemest te worden voor hun vlees een spuitje kregen en werden afgevoerd naar slachterij of destructiebedrijf. De sector beloofde beterschap en startte een verbeterprogramma, maar de resultaten daarvan zijn nog onduidelijk.
‘Normaal’ in Nederland
Het probleem en de cijfers zijn dus bekend en kunnen niet worden ontkend. LTO Nederland, dat namens de sector het woord voerde, deed dat dan ook niet. Wel probeerde men het probleem te bagatelliseren. Het landelijk gemiddelde sterftecijfer lag met zo'n 12,5% lager dan de 20% op de ruim 1200 bedrijven waar RTL over berichtte.
Ik vind dat schokkend: van de ruim anderhalf miljoen kalfjes die elk jaar in Nederland geboren worden sterven er dus bijna 200.000 binnen twee weken. Vinden wij dat normaal in Nederland? Mij lijkt het volstrekt onacceptabel.
Babydieren in de vee-industrie
Hoge sterfte onder pasgeboren dieren in de vee-industrie komt overigens niet alleen in de melkveehouderij voor. In de legpluimveehouderij worden miljoenen mannelijke kuikentjes direct nadat ze uit het ei zijn gekomen, gedood door vergassing of in een hakselaar. Zij leggen immers geen eieren en groeien niet snel genoeg om te worden afgemest voor hun vlees. En nog niet zo lang geleden kwam de voorzitter van de Nederlandse varkenshouderij in opspraak toen bleek dat de biggensterfte maar niet onder de 13% wilde zakken. Zij liet optekenen dat 'we misschien niet beter kunnen': blijkbaar zijn de omstandigheden in onze varkenshouderij zo slecht dat we maar moeten accepteren dat jaarlijks 6 miljoen biggetjes vroegtijdig sterven.
Kind van de rekening
Natuurlijk hoop ik dat verbeterprogramma's slagen en dat het de veehouderij lukt de hoge sterftecijfers onder pasgeboren dieren terug te dringen. Maar ik vrees dat dit niet zo makkelijk is. De hoge sterftecijfers zijn namelijk inherent aan een systeem dat uit is op maximaal financieel gewin. Dat systeem behandelt dieren beter naarmate ze meer opbrengen en verwaarloost hen als er geen of weinig winst te verwachten is. Babydieren, de meest kwetsbare groep in de vee-industrie, zijn maar al te vaak het slachtoffer.
Daarom zet ik mij in voor een andere veehouderij, waarin alle dieren behandeld worden met respect en waarin babydieren géén kind van de rekening zijn.
Geert Laugs - Directeur Compassion in World Farming Nederland