12-12-2019
Blog: Geert Laugs 12 december 2019
We staan op de drempel van een nieuw decennium. Meer dan ooit tevoren staat er de komende tien jaar veel op het spel, voor de toekomst van de mensen en de dieren op de aarde. Ondanks alle uitdagingen heb ik goede hoop dat dat onze kinderen en kleinkinderen later terug zullen kijken op deze periode als de tijd waarin de wereld de industriële veehouderij met al haar dierenleed en schade voor natuur, milieu en klimaat de rug toekeerde en koos voor een heel andere richting. De noodzaak daartoe wordt steeds breder erkend en de eerste tekenen van grote veranderingen zijn al zichtbaar.
Dierenleed onacceptabel
In Nederland is er nog nooit zoveel ophef geweest over de vee-industrie als nu. Al sinds het begin van de jaren '70 komt het dierenleed in de gangbare veehouderij regelmatig in het nieuws en hoewel er zeker verbeteringen voor de dieren gerealiseerd zijn worden we nog regelmatig opgeschrikt door schokkende beelden en onthullingen. Denk maar aan het stalbranden, het verdoven van varkens met gas en de ongeoorloofde slacht van hoogzwangere koeien in het afgelopen jaar, of aan het dierenleed in viskwekerijen. Gelukkig is in de media steeds meer aandacht voor dit vreselijke dierenleed en steeds meer mensen vinden het niet langer acceptabel.
Rechterlijke uitspraken
In Nederland ervaren we ook al veel langer de andere nadelen van de vee-industrie. Stank en gezondheidsklachten in de nabijheid van veehouderijen worden steeds vaker aangetoond door wetenschappelijk onderzoek. Dat geldt ook voor de schadelijke gevolgen van de uitstoot van broeikasgassen en stikstof. Nieuw is ook dat rechterlijke uitspraken de regering dwingen zich aan de Europese regels te houden en de vee-industrie niet langer vrij baan te geven.
Politiek moet kleur bekennen
Niet alleen vanwege de rechterlijke uitspraak over de stikstofaanpak of vanwege Europese regels moet de Nederlandse politiek kleur bekennen. Waar partijen als GroenLinks, de SP en de PvdD, al langer pleitten voor veel minder koeien, varkens en kippen kiest nu ook regeringspartij D66 voor een halvering van de veestapel in ons land. Daarnaast sprak een meerderheid van de Tweede Kamer zich dit jaar uit voor een overschakeling op kringlooplandbouw. Als dit plan serieus genomen wordt zal het onherroepelijk leiden tot een kleinere veehouderij in Nederland. Tekenend is ook dat landbouwminister Schouten, die toch een agrarische achtergrond heeft en het als haar taak ziet op te komen voor de boeren, onlangs zei dat Nederland niet per se de tweede exporteur van landbouwproducten ter wereld hoeft te blijven. Het draagvlak voor een verkleining van de veestapel groeit dus onmiskenbaar.
Klimaat en voedsel voor mensen
Wanneer we de blik verruimen en naar de wereld om ons heen kijken zijn er minstens twee grote vraagstukken die dwingen tot grote veranderingen: de opwarming van de aarde en het produceren van voldoende, gezond voedsel voor de groeiende wereldbevolking. Beide vraagstukken kunnen alleen maar worden opgelost als we wereldwijd kiezen voor een kleinere veehouderij. Als de vee-industrie blijft groeien, of zelfs maar gelijk blijft, zal de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen niet afnemen en kan het doel van het klimaatakkoord van Parijs nooit gehaald worden. Als we proberen de groeiende wereldbevolking volgens een Amerikaans of West-Europees voedingspatroon te voeden met vlees, kan de aarde nooit voldoende voer produceren om de tientallen miljarden dieren die dan jaarlijks nodig zijn te voeden en dreigt een verdere teloorgang van natuur en biodiversiteit.
Wetenschappelijke doorbraken
Steeds meer wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de aarde simpel weg te klein, en de milieu- en natuurschade te groot, is om op de oude voet door te gaan. We moeten veel minder dieren gebruiken voor de productie van voedsel en we moeten heel anders met dieren omgaan, bijvoorbeeld door ze te laten grazen op land dat anders niet voor voedselproductie gebruikt kan worden en ze geen voer te geven dat ook direct mensen kan voeden. Het spreekt vanzelf dat we die dieren dan ook niet meer kunnen houden in grote veefabrieken die alleen maar kunnen bestaan doordat ver weg in de wereld oerbossen gekapt worden om baan te maken voor de productie van veevoer. Deze inzichten zijn al lang niet meer afkomstig uit de hoek van milieu- of dierenactivisten of van pionierende wetenschappers. Zo pleitte onlangs de Landbouwuniversiteit Wageningen (WUR), een wereldwijd bekend bolwerk van de traditionele veehouderij, voor een radicale omslag. Waar nu nog 60% van de eiwitten in menselijke voeding afkomstig is van dieren moet dit worden teruggebracht naar zo'n 28% in 2050 (1).
Andere wetenschappers onderzochten de schadelijke gevolgen van vlees op de gezondheid van mensen en ook zij pleiten voor een reductie van de vleesconsumptie om obesitas en hart- en vaatziekten tegen te gaan. Wéér andere wetenschappers berekenden dat zo'n afname ook nodig is om paal en perk te stellen aan de almaar stijgende kosten van de gezondheidszorg.
Alternatieven zijn onderweg
Ondertussen werken bedrijven en wetenschappers hard aan alternatieven voor vlees uit de vee-industrie. Nederland is een van de voorlopers bij de ontwikkeling van kweekvlees en het zal niet lang meer duren voordat dit vlees, waarvoor geen dier hoeft te sterven, op de markt komt.
Daarnaast verloopt de ontwikkeling van plantaardig 'vlees' razendsnel. Dankzij moderne technieken weten we inmiddels precies hoe vlees, melk en eieren zijn samengesteld en welke ingrediënten verantwoordelijk zijn voor welke smaak, voedingswaarde en structuur. Amerikaanse onderzoekers verwachten inmiddels dat het over slechts een paar jaar mogelijk zal zijn elke vleessoort op basis van plantaardige ingrediënten te maken en dat dit 'analoge' vlees niet alleen smakelijker en gezonder zal zijn dan vlees van dieren, maar ook goedkoper. En dat laatste zal enorme gevolgen hebben voor de voedsel- en vleesproducenten. Zo voorspelde een Amerikaanse denktank dat de productie van dit plantaardige 'vlees' waar geen dier aan te pas komt de komende tien jaar goed op stoom zal komen en voor 2030 zal leiden tot het ineenstorten van de Amerikaanse rundveesector (2).
Verandering onmiskenbaar
Niet alleen in de VS, maar ook in Nederland is deze ontwikkeling in volle gang. De producten van de Vegetarische Slager liggen inmiddels in veel supermarkten en het bedrijf zelf is overgenomen door multinational Unilever dat de worsten en burgers van deze trendsetter nu in rap tempo onder eigen merknamen op de markt brengt en uitrolt over de hele wereld. Vleesproducent VION besloot dit jaar zelfs een slachthuis te sluiten en het gebouw geschikt te maken voor de productie van plantaardig vlees. VION was daarmee niet de eerste, maar wel een heel belangrijke vleesproducent die overschakelt op planten. Al eerder bijvoorbeeld bracht A-merk KIPS veganistische leverworst op de markt.
Hoop en inzet
De eerste tekenen van grote veranderingen zijn onmiskenbaar en ik heb goede hoop dat ze uiteindelijk ook onvermijdelijk zullen blijken te zijn. Toch is dat geen reden om nu achterover te gaan zitten en te wachten tot de wereld en het leven van mens en dier vanzelf verandert. Daarvoor is het dierenleed in de vis- en vee-industrie te groot en zijn er nog te veel krachten die denken de wereld te kunnen voeden door meer dieren in almaar grotere fabrieken te houden. Het blijft daarom heel hard nodig ook in het nieuwe decennium de industriële veehouderij met alle energie tegen te gaan en de alternatieven met kracht te bevorderen.
U mag erop rekenen dat Compassion in World Farming zich daar in het komende decennium 100% voor zal inzetten. Samen blijven we werken aan een duurzame, diervriendelijkere en kleinere veehouderij: voor de dieren, de mensen en de aarde!
Fijne feestdagen en een gelukkig nieuw jaar!
Geert Laugs - Directeur Compassion in World Farming Nederland
Voetnoten:
1) https://www.wur.nl/nl/show/Mansholtlezing-2019-over-de-eiwittransitie.htm
2) https://www.rethinkx.com/food-and-agriculture