11-6-2020
Blog: Geert Laugs 11 juni 2020
In Brabant is een nieuw bier op de markt gebracht onder de naam 'Gierbier'. Een ingenieur van een mestverwerkingsfabriek laat het brouwen met restwater dat afkomstig is van de verwerking van de uitwerpselen en urine van varkens. Is de vaderlandse biermarkt al rijp is voor dit opmerkelijke, nieuwe product van de vee-industrie?
Zelf heb ik in elk geval geen enkele goesting en ik zou er dan ook geen aandacht aan schenken als de ondernemer niet zou zeggen dat hij er een hoger maatschappelijk belang mee wil dienen. Hij wil namelijk goodwill kweken voor de sector en met zijn brouwproces meewerken aan "de verduurzaming van onze samenleving en de circulaire ontwikkelingen in Brabant". Daarmee slaat hij de plank helaas volledig mis. Er kan geen sprake zijn van 'circulariteit' en ‘kringlooplandbouw’ bij een fundamenteel schadelijk systeem. Ook niet als je er biertjes van brouwt.
Gier stinkt
Gier is het mengsel van mest en urine dat de twaalf miljoen varkens in de Nederlandse vee-industrie dag in dag uit produceren. Dat is een enorm probleem. Al die gier stinkt, vervuilt de omgeving, schaadt de natuur en bedreigt de gezondheid van mens en dier. Slechts een klein deel wordt verwerkt tot iets nuttigs en we blijven al jarenlang zitten met een overschot dat nog altijd zo groot is dat we er geen raad mee weten. Een bekende uitspraak van oud landbouwminister Cees Veerman, legt haarfijn uit waarom de huidige vee-industrie niet duurzaam is. Hij zei: ‘We importeren voer, we exporteren varkens en de rommel (drijfmest) houden we hier.’.
En zelfs al zouden we alle mest hier kunnen verwerken en recyclen, dan nog zijn er ergens anders in de wereld enorme schadelijke gevolgen van onze vee-industrie. De ontbossing in andere landen voor de productie van veevoer vernielt daar de biodiversiteit en verhoogt onder meer het risico op ziekte uitbraken. De huidige coronacrisis laat zien hoe zwaar de gevolgen kunnen zijn van dergelijke ecologische ontwrichting.
Anders omgaan met dieren
In plaats van door te gaan met de grootschalige industriële veehouderij kunnen we beter kiezen voor een ander voedselsysteem dan de negatieve impact te verhullen met een lapmiddel, of dat nu 'rete lekker gierbier', biobrandstof of welk ander product is. De sleutel tot zo'n ander voedselsysteem ligt niet in het verwerken van reststromen van een inherent dieronvriendelijk, riskant en onhoudbaar systeem, maar in een andere, respectvollere omgang met de dieren.
Natuurlijk circulair
Het natuurlijk gedrag van veel dieren in onze veehouderij is namelijk bij uitstek circulair. Koeien, kippen en varkens zoeken voedsel, zetten dit om in voor mensen eetbare producten en houden de bodem gezond en vruchtbaar. Door onze dieren de mogelijkheid te geven buiten te lopen en hun natuurlijk gedrag te uiten kunnen we kringlopen sluiten en landbouw en veehouderij weer circulair maken. Op deze manier blijven mest en urine gescheiden, verdwijnt het stikstofprobleem als sneeuw voor de zon, wordt kunstmest overbodig en wordt het land op een natuurlijke manier bemest. Daarbij hoort dan uiteraard wel dat we niet méér dieren houden dan de bodem aan kan en dat we diezelfde bodem ook gebruiken om gewassen voor mens en dier te verbouwen.
Beter bier
Een dergelijke, kleinere veehouderij is veel diervriendelijker en duurzamer en op den duur goedkoper dan de huidige industriële veehouderij met al haar schadelijke impacts. Ze biedt ons bovendien de kans graan te verbouwen op een gezonde bodem en in een schone omgeving. Voor het biertje dat we daarmee, en met gezond en schoon bodemwater kunnen brouwen, sta ik graag in de rij.
Geert Laugs - Directeur Compassion in World Farming Nederland