Gepubliceerd op 24-1-2017
Ahold zakt in dierenwelzijnsonderzoek na fusie met Delhaize
Gisteren verscheen het Business Benchmark rapport voor het welzijn van landbouwdieren BBFAW. Hierin staan de onderzoeksresultaten naar het dierenwelzijnsbeleid van 99 van ’s werelds grootste voedingsbedrijven. Van de 4 Nederlandse bedrijven die werden onderzocht, behielden Unilever (categorie 2) en Friesland Campina (3) hun plaats en steeg Vion Food terug naar het eerdere niveau (van 4 naar 3). Opvallend is dat Ahold – nu Ahold Delhaize – zakte van 3 naar 4 na de fusie met Delhaize.
Ondanks de algemene vooruitgang die werd geboekt sinds het eerste rapport in 2012 verscheen, boden 42 van de 99 aangeschreven bedrijven, inclusief Burger King (VS), Domino's Pizza Group (GB) en Starbucks (VS), weinig of geen informatie over hun bedrijfsvoering wat betreft landbouwhuisdieren. Het deel van de bedrijven met een gepubliceerde dierenwelzijnsbeleid is wel toegenomen van 46% in 2012 naar 73% in 2016, en van bedrijven die doelstellingen hebben omtrent het welzijn van landbouwhuisdieren van 26% naar 65%.
De BBFAW is een initiatief van Compassion in World Farming (CIWF), World Animal Protection (WAP) en investeringsmaatschappij Coller Capital. Het onderzoek verscheen dit jaar voor de 5e keer.
Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland zegt: “Nu dierenwelzijn voor consumenten zo belangrijk geworden is, kunnen voedingsbedrijven het onderwerp gewoonweg niet meer negeren. Steeds meer bedrijven leggen verantwoording af; deze trend is niet meer te stoppen."
Invloed van investeerders
Het rapport wijst tevens op de groeiende invloed van wereldwijde investeerders op het welzijn van dieren in de veehouderij. Tweeëntwintig investeerders, waaronder Triodos Bank en Robeco, ondertekenden al een verklaring zich in te zetten voor dierenwelzijn.
Rory Sullivan, adviseur van BBFAW, zegt: “Het BBFAW onderzoek toont dat investeerders belangrijke drivers zijn voor verandering. Zij geven een duidelijk signaal af aan voedingsbedrijven dat ze verwachten dat de kansen en risico’s op het gebied van dierenwelzijn goed worden gemanaged. We zien dat bedrijven hierop reageren.”