Op dit moment komen wereldleiders bijeen tijdens de klimaattop in Glasgow om te praten over de klimaatcrisis. Het is van levensbelang dat er verregaande maatregelen komen, waaronder een drastische vermindering van de vlees- en zuivelconsumptie.

Er moet een einde komen aan de industriële veehouderij die dieren uitbuit en een vernietigende impact heeft op de natuur, de biodiversiteit en het klimaat. Onze campaigners zijn aanwezig bij de top in Glasgow. Ook jij kunt in actie komen!

Loop mee met de klimaatmars

Op zaterdag 6 november gaan mensen over de hele wereld de straat op om de wereldleiders op te roepen in actie te komen. In Amsterdam wordt de grootste klimaatmars tot nu toe verwacht. Loop mee en draag een bord waarin jij aandacht vraagt voor de dieren en de vernietigende impact van de vee-industrie op het klimaat. Lees meer op de website van de Klimaatmars.

Doe mee met de Twitterstorm

Op zaterdag is er ook een wereldwijde Twitterstorm. Dus maak een mooi bord met jouw boodschap en tweet een selfie. Vergeet de internationale hashtag #COPOUT26 niet en tag @ciwfnl. Natuurlijk kun je je ook op Facebook en Instagram laten horen.

Klimaattop COP26

De klimaattop in Glasgow, ook bekend als COP26 (26^e Conference of the Parties), vindt plaats van 1 t/m 12 november en is cruciaal in het aanwenden van de klimaatcrisis. De doelen zijn onder andere om de netto CO2-uitstoot naar nul te krijgen in 2050 en om de temperatuur niet verder te laten stijgen dan 1,5 graden.

Deze doelen vragen verregaande maatregelen van de landen, waaronder een einde aan de ontbossing en aan het gebruik van kolen, en om de ontwikkeling van duurzame energiebronnen. Ook moeten ecosystemen beschermd en hersteld worden en moeten rijke landen belangrijke investeringen doen om de doelen te halen. De afspraken van het klimaatakkoord van Parijs uit 2015 moeten nu verder uitgewerkt en voltooid worden.

CIWF bij de klimaattop

Compassion in World Farming is aanwezig in Glasgow in de zogenaamde ‘blue area’ van de top. Dat is een belangrijke plek in de conferentie waar wereldleiders samenkomen. Wij doen er alles aan om de grote impact van de vee-industrie op klimaatverandering hoog op de agenda te krijgen. Om klimaatverandering het hoofd te bieden, moeten we overschakelen naar een geheel nieuw en duurzaam voedselsysteem. En daarin is geen plaats voor vee-industrie.

Vee-industrie en klimaatverandering

De vee-industriesector is verantwoordelijk voor maar liefst 14,5% van de totale uitstoot van broeikasgassen door mensen.¹ En ons huidige voedselsysteem voor wel 26-37%.^2,3 Toch wordt hier in de klimaatplannen te weinig over gesproken en wordt vaak enkel de nadruk gelegd op energie, transport en industrie.

De vee-industrie is niet alleen een ramp voor de dieren die opgesloten zitten, maar ze put de aarde uit. Regenwouden worden massaal gekapt om plaats te maken voor sojaplantages voor veevoer, waardoor biodiversiteit verdwijnt en lokale gemeenschappen bedreigd worden in hun bestaan. Bovendien is er heel veel water nodig voor de productie van veevoer, verbruikt de sector veel fossiele brandstof en leiden de megastallen lokaal tot milieuvervuiling door onder andere de mest. Denk aan de stikstofproblematiek.

Het is van levensbelang dat we wereldwijd omschakelen naar een duurzaam voedselsysteem, dat goed is voor mensen, dieren en de planeet. Hierbij moet de consumptie van dierlijke producten drastisch omlaag. Wij roepen de wereldleiders en ook de Nederlandse regering op om een einde te maken aan de industriële veehouderij en te kiezen voor een geheel nieuw voedselsysteem en een meer plantaardig voedselpatroon te stimuleren.

Meer weten?

Wij voeren in Nederland campagne voor een veel kleinere en diervriendelijkere veehouderij. Lees meer op ‘Veel minder dieren en alle dieren buiten’.

Bronnen

1 UN Food and Agriculture Organization (FAO), 2014. Tackling climate change through livestock

2 Xu et al, 2021. Global greenhouse gases from animal-based foods are twice those of plant-based foods. Nature Food.

3 Poore J & Nemecek T, 2018. Reducing food’s environmental impacts through producers and consumers. Science 360, 987-992