Het doel van het klonen van landbouwdieren is het produceren van kopieën van dieren met de hoogste economische waarde, bijvoorbeeld snel groeiende varkens of melkkoeien met een hoge melkgift. Maar het proces van klonen veroorzaakt veel dierenleed en de gekloonde dieren hebben vaak ernstige gezondheidsproblemen. Zo leggen hoge melkproductie of extreme groei een zwaar beslag op het lichaam van de dieren.
Waarom is klonen slecht voor dieren?
Klonen is een techniek waarbij men in een laboratorium een genetisch identieke kopie maakt van één ouderdier. Daarbij plaatst men de kern uit een cel van de genetische moeder in een cel zonder kern, die vervolgens wordt ingebracht bij een draagmoeder. Gekloonde embryo’s zijn vaak erg groot, waardoor de bevallingen vaak pijnlijk zijn en de dieren meestal met een keizersnede ter wereld worden gebracht. Veel klonen sterven tijdens de zwangerschap of bij de geboorte. De gekloonde dieren die de geboorte wel overleven, hebben vaak misvormde organen. Daarom sterft een aanzienlijk deel in de eerste dagen en weken aan hart-, lever- en nierfalen.
De politieke situatie
Op 8 september 2015 heeft het Europees Parlement voorstellen aangenomen om het klonen van landbouwdieren te verbieden. Als het aan de Europarlementariërs ligt dan moet niet alleen het klonen stoppen, maar komt er ook een verbod op de import en het verhandelen van zaad, embryo’s en nakomelingen van gekloonde dieren. Het Europees Parlement heeft echter niet het laatste woord. Voordat het voorstel werkelijk wet wordt moeten ook de landbouwministers van de EU-landen ermee instemmen. Nederland is een van de weinige landen die zich nog niet glashelder voor de nieuwe wet hebben uitgesproken.