Een stal met 120.000 kippen is inmiddels geen uitzondering meer in Nederland en er komen steeds meer van dergelijke 'megastallen'. Niet alleen voor kippen, maar ook voor varkens en koeien. Op deze pagina lees je meer over megastallen. Wat is een megastal, waarom zijn ze er en hoe is het leven er voor de dieren?
In 2000 waren er in Nederland zo'n 15.000 bedrijven met varkens. Inmiddels is dat aantal flink gedaald, naar 6000 varkenshouderijen in 2013. Het totaal aantal dieren is echter grotendeels gelijk gebleven. Deze ontwikkeling geldt ook voor andere sectoren, zoals kippen, koeien en geiten. Gemiddeld worden de veehouderijen dus steeds groter. Soms is een bedrijf zó groot dat we spreken van een 'megabedrijf'.
Wanneer is een stal 'mega'?
In Nederland is daar zelfs een norm voor vastgesteld door Alterra, een onderzoeksinstituut van de Universiteit van Wageningen. Volgens hen spreken we van een megabedrijf als een bedrijf minstens drie maal zo groot is als een gangbaar gezinsbedrijf en als het aantal dieren groter is dan:
- 120.000 legkippen, of
- 220.000 vleeskuikens, of
- 7500 vleesvarkens, of
- 1200 fokvarkens, of
- 1250 vleeskalveren, of
- 250 melk koeien, of
- 1500 geiten
We spreken van een megastal als dit immense aantal dieren in één stal gehouden wordt. Inmiddels zijn er in Nederland al meer dan 600 stallen die aan deze norm voldoen *. Sommige bedrijven gaan er zelfs fors overheen. Zo zijn er in Grubbenvorst (Limburg) vergevorderde plannen voor een bedrijf met meer dan één miljoen vleeskuikens en 30.000 varkens! Overigens zijn megastallen geen typisch Nederlands verschijnsel. In het buitenland komen veel grotere stallen voor.
Waarom megastallen?
Met de opkomst van de vee-industrie heeft Nederland zich gespecialiseerd in het zo goedkoop mogelijk produceren van zoveel mogelijk vlees. Daarmee is ons land een belangrijke vleesexporteur geworden. In Nederland hebben boeren echter vaak hogere kosten dan in het buitenland, waar de lonen en de milieulasten lager zijn. Om te kunnen blijven concurreren zoeken zij de oplossing in schaalvergroting. Dat gaat vaak ten koste van het welzijn van de dieren en van de omgeving.
Hoe is het voor de dieren?
Hoewel schaalgrootte in principe niets zegt over het welzijn van de dieren is dat in megastallen meestal laag, ook wanneer het bedrijf zegt aan de wettelijke regels te voldoen. Door de nadruk op goedkope productie is er te weinig geld en/of tijd om te investeren in extra welzijn voor de dieren, zoals een uitloop naar buiten of het geven van een ruime hoeveelheid stro aan de varkens.
Ook op andere terreinen zijn er grote nadelen of risico's:
- Er zijn risico's voor de gezondheid van mens en dier. Als in een megastal één dier geïnfecteerd raakt met een besmettelijk virus, raken al snel alle dieren ziek. In de buurt is vaak stankoverlast en er kan schadelijk fijnstof in de lucht komen.
- Megastallen produceren veel mest die lang niet altijd in de directe omgeving gebruikt kan worden.
- Als veevoer worden vaak grondstoffen gebruikt die van ver komen. Voor de teelt van soja die in Nederland gebruikt wordt als veevoer worden in Zuid Amerika bossen gekapt. Zo schaadt de vee-industrie niet alleen het milieu in eigen land, maar ook elders.
- Megastallen zijn vaak groot en lelijk en passen niet in het cultuurhistorische beeld van het landschap. De megabedrijven leiden ook vaak tot een toename van verkeer in de directe, landelijke omgeving.
Meer over megastallen
- Voorbeeld van een mega koeienstal in aanbouw
- Bekijk onze film over mega melkveebedrijven in Californië